top of page

DAG 18: van OLORON-Ste-MARIE tot URDOS, 60 km

Bijgewerkt op: 30 okt. 2023

Gisterenavond terug om 20 u 30 in slaap gevallen. Magda heeft nog gebeld maar ik had het niet gehoord. Floky heeft mijn telefoon tegen mijn oor gehouden en ze wenste me gewoon een fijne nacht. Daarna doorgeslapen tot 1 u 30. Dan wakker en ik geraakte niet in slaap. Ik heb dan maar midden in de nacht de blog van de 17de dag geschreven en dat ging zeer vlot. Dan terug in slaap gevallen tot 6 u 45. Perfect om een snelle douche te nemen die me volledig wekt zoals elke morgen.


Onze gastfamilie Gudrun (de Zweedse) en André ‘(Fransman) hebben gisterenavond ons ontbijt al klaar gezet want ze staan normaal pas om 9 uur en soms om 9 u 30 op. Er is Frans brood, koffie, homemade marmelade: één van calamondin (een soort kleine citrusvrucht) en één van aardbeien, ook boter en fruitsap. De automatische koffiemachine schiet stip om 8 uur in gang en 10 minuutjes daarna hebben we heerlijke koffie. We eten van het lekkere brood, voor mij, getoast. Ik koop altijd ook petits pains au chocolat en Floky eet er zonder moeite twee, soms drie, op.




Afscheid van Gudrun en André bij het verlaten van Oloron-Sainte-Marie richting Somportpas


De fietsen staan in het salon bij de buitendeur helemaal klaar. Boven op mijn fietszakken wordt het ondergoed vastgebonden en de sokken die we gewassen hebben en dat droogt snel. Juist als we deur uitwillen komen Gudrun en André de trap af en ik vraag of ik een foto mag nemen: no problem, en zo zie je deze lieve en zeer gastvrije mensen. Hun B&B wordt door ons warm aanbevolen.


Eerst rijden we vlakbij naar de bakker (aanbevolen door André) voor onze lunch en eventueel het volgend ontbijt. We kopen er twee pizza’s voor Floky enkele petits pains au chocolat en een Frans brood. We rijden Oloron-Ste-Marie, op de samenloop van twee bergrivieren, rond en bereiken snel de N 134 die ons geleidelijk aan naar een kleine 800 meter hoogte brengt in de Pyreneeën.



De overweldigende natuur in de Pyreneeën


Het is relatief druk maar er is geen ander weg naar de Somportpas op 1640 meter. Er schijnt een stralende zon en we vorderen snel in een mooie natuur. Na een uurtje maken we een eerste stop en daar ontmoeten we een Nederlands koppel Kevin en Kjerra ; hij met een motor van 1600 CC en zij een motor van 600 CC. Floris is zot van motoren. Zij luisteren aandachtig naar het verhaal van Rientje en nemen een foto van mijn Metaleuven T shirt waarop de website staat. Nu besef ik dat ik een wandelende of fietsende reclame ben voor het Fonds …en voor METALeuven…


Ontmoeting met Kevin en Kjerra, opi als fietsende reclame en de natuur onderweg


Ter hoogte van Sarrance, heb ik de indruk dat mijn engelbewaarder Rientje me aanraadt een klein klostertje te bezoeken. Floky rijdt veel sneller en de afspraak is dat hij na een halfuur of driekwart uur meestal op een picknickplaats stopt. Ik rij het pleintje voor de abdij op met een mooie fontein, bruin van het ijzerhoudend water, en vlakbij de lavoir of publieke wasplaats. Ik stop voor de ingang van de kerk en op dat ogenblik verschijnt een geestelijke in een witte pij en hij komt glimlachend naar mij gestapt. Toeval of de voorzienigheid van Rientje. Ik weet het niet. Ik zeg automatisch “dag Mon Père: je bent een monnik van deze abdij…”.


Het klooster van Sarrance


"Ik ben Jean-Daniël en ben geen monnik maar een norbertijner kanunnik" zegt hij: "een van een kleine gemeenschap van 6". De norbertijnen of premonstratenzen noemen we ook de witheren en er zijn er bij ons in de abdijen van Park in Leuven, in Grimbergen enz. Ze werden gesticht door de H. Norbertus rond 1120. Ze volgen niet de regel van Benedictus maar die van de H. Augustinus, een oudere regel. Dergelijke geestelijken noemt men kanunniken en hun kerken, met een college aan kanunniken noemt men collegiale kerken en geen abdijkerken. Norbertus leefde ongeveer in de periode van de H. Bernardus die de cisterciënzers organiseerde en de H. Bruno die aan de basis ligt van de Kartuisers, een slotorde waarbij elke monnik in een afzonderlijk huisje leeft. Genoeg daarover want Magda zal zeggen dat ik zaag en dat op de 54ste verjaardag van mijn wettelijk huwelijk met Magda.


De fontein en lavoir op het plein voor het klooster, ontmoeting met Jean-Daniel, een Norbertijn / Premonstratenzer of Witheer, interieur van de kerk


De kanunnik nodigt me uit om de mooie kerk te bekijken en de kleine kloostergang. De klokkentoren heeft een achthoekige, maar speciale vorm. Waarschijnlijk barok. De 8 zijden zijn gebogen naar binnen. Bovenop staat een 8-hoekige lantaarn: de achthoek verwijst naar de verrijzenis en het eeuwig leven. Binnen is de kerk versierd met verschillende barokaltaren en een preekstoel. Opmerkelijk is de boom van Jessé op het gewelf van het koor: Maria te midden van de koningen van het OT. Onder Maria ligt Jessé en uit zijn buik groeit de stamboom. De kleine kloostergang is mooi wit geschilderd en best gezellig. hij wordt volop gerestaureerd. Ik kan niet lang blijven want Flo is volop aan het doorfietsen.

Hij wacht op mij op in Cette-Eygun op een picknickplaats langs de N 134 en deelt me laconiek mee dat hij de twee pizza’s die we deze morgen hebben gekocht al helemaal heeft opgegeten: ik had een hongertje luidt zijn uitleg.



Sarrance: boom van Jesse ; Cette -Eygun: Floris wacht op opa en Mémoire monument


Hij wacht op mij op in Cette-Eygun op een picknickplaats langs de N 134 en deelt me laconiek mee dat hij de twee pizza’s die we deze morgen hebben gekocht al helemaal heeft opgegeten: ik had een hongertje luidt zijn uitleg.


Op deze plaats staat ook weer een Mémoire monument, een van een reeks die naar een minder positief stuk geschiedenis van Frankrijk verwijst. Tijdens WO I kwamen arme Spanjaarden hier in deze vallei werken in wapenfabrieken om er voor de Fransen obussen te maken. Ze werden uitgebuit en mishandeld door de Franse overheid en door de plaatselijke Franse bevolking mishandeld. Nu probeert men de geschiedenis haar rechten terug te geven met deze Mémoire gedenkplaten.


Dit herinnert er mij aan Bert die vorig jaar op mijn 1ste fietspelgrimstocht naar Santiago de Compostela over de Via Francés als een van mijn engelbewaarders mee was. Bert was de 41-jarige zoon van Ignace (een vroegere collega en vriend van ons) en Annie, die anderhalf jaar geleden plots stierf. Hij had zijn hele academische loopbaan als prof. besteed aan de génocide in Rwanda jaren terug. Daar werden ook mensen mishandeld en uitgemoord. Bert zou deze Mémoire gedenkplaten in de Aspevallei zeker op prijs stellen. Bert is dit jaar als engelbewaarder meegevlogen met zijn vrouw Margaux en zoontje Zeno naar de USA waar ze haar zus zijn gaan bezoeken.


Fort van Portalet; Urdos: kerkje


Een laatste inspanning brengt ons, onder de zeer warme zon, naar het dorp Urdos, vroeger een belangrijke halte op de Via Tolosana of de Chemin d’Arles die pelgrims vanuit Arles en Toulouse over de Pyreneeën naar Puenta la Reina bracht waar alle pelgrimswegen samen komen. Vlak voor het dorpje met 66 inwoners staat links langs de Gave d’Aspe , het oude fort van Portalet, in 1842 door Louis-Philippe gebouwd boven op een indrukwekkend hoge rotswand, om de grens van Frankrijk in de Pyreneeën te bewaken. Het fort moest de weg naar de Col du Somport beschermen tegen Spaanse invallen. Het fort dankt zijn naam en faam aan de Franse politieke figuren die er geïnterneerd waren onder het Vichy-regime dat meeheulde met de Nazi’s tijdens WO II. Dit was het geval voor tegenstanders van het Vichy-regime en van de nazi’s zoals Blum, Daladier, Reynaud, Mandel, Gamelin enz. Na de nederlaag van de nazi’s en van het Pétain-régime werd zijn leider Pétain hier zelf opgesloten.


Urdos: de buurt, de straatjes, een fontein


Het dorpje heeft niet veel te bieden buiten de schitterende natuur eromheen. Het heeft enkele pittoreske straatjes , een kerkje, een fontein en spijtig genoeg veel zwaar verkeer dat van en naar de Somport tunnel rijdt die de verbinding maakt tussen Oloron-Ste-Marie, Huesca en Zaragossa. Men wil een nieuwe grote weg aanleggen maar overal wijzen plakkaten op hevige weerstand van de bevolking. Er is slechts één hotel met restaurant en daar zullen we voor de 2de keer tijdens onze tocht uit eten. Er is een kleine épicerie die elke dag van 17u tot 19 u open is en ik haal wat water en frisdrank. Ons hotel Les Voyageurs is kraaknet maar relatief duur want er is er maar één hotel in de buurt. Als ik vraag of ik een kamer kan hebben met twee bedden in plaats van een dubbel bed want mijn petit-fils valt nogal groot en lang uit, zegt de eigenares :”Ja, geen probleem maat dat kost je dan 17 euro extra…”. ik discussieer niet want een goede nachtrust, elk in één bed is goud waard. We hebben al de meeste dagen bijeen geslapen in één bed en meestal werd er wel wat heen en terug getrokken aan het laken. Deze nacht dus niet. Nu wat rusten, douchen en dan gezellig samen, hopelijk lekker, eten.

65 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page