Om 6 u 45 ben ik al de straat van de B&B uit, richting Rethel, en neem ik een laatste foto van het monument van de doden waarbij oude kanonnen staan van WO I. Ik rij onmiddellijk door de eindeloze velden met suikerbieten. Nog een prachtige zonsopgang met alle mogelijke tinten van rood en oranje. Rond 8 u 30 rij ik Rethel binnen dat op de Aisne rivier gelegen is met parallel ernaast ook daar een canal latéral.
Warmeriville: het monument voor de doden WO I; Rethel: de kerk van Saint-Nicolas met de zware toren en met de flamboyante zuidingang met beeld van Sint Nikolaas
Meestal stopt men in Rethel niet, wat spijtig is, want er is een mooie Saint Nicolas kerk die boven op een heuvel gelegen is en van ver zichtbaar is. Het is een gotische kerk met een zuidelijke ingang in vlammende gotiek. Sint Nikolaas verwelkomt de bezoeker met aan zijn voeten de kinderen die vermoord werden door een slechte herbergier en door hem op wonderbare wijze weer tot leven werden gewekt. Binnen staat er een mooi beeld van de H. Margareta met haar draak die ze verplettert. Aan de zuidkant staan ook twee mooie roosvensters met veel blauwe tinten te glinsteren in de ochtendzon. Ook een mooi stergewelf valt me op. Alles is ook prima gerestaureerd.
St Nikolaaskerk Rethel: zuidelijk portaal met St. Nikolaas (l), beeld van de H. Margareta met aan haar voeten de draak (het kwaad) dat ze overwon (m), mooi stergewelf (r)
Ik vraag aan de cafébaas welke weg hij mij aanraadt om rustig te fietsen en toch goed vooruit te komen en hij raadt me aan over Sorbon, Sery en Wasigny naar het noorden te rijden. Als ik later onderweg nog eens aan een landbouwer vraagt hoe het verder moet bevestigt hij dat en voegt eraan toe om daarna verder te rijden over Liart, Aouste en Rumigny om uiteindelijk in Auvillers les Forges te belanden. De landbouwer is Pierre Leroy die juist zijn honden uitlaat op typische Franse wijze. Hij rijdt met zijn auto, met open deur op een kleine weg en zijn honden lopen er langs: als ze moe zijn springen ze in de wagen. Hij is afkomstig uit Wallonië en verhuisde lang geleden naar hier samen met zijn vrouw die uit Deinze afkomstig is. Hij kweekt runderen en schapen en plant ook alle soorten graangewassen . Hij heeft het hier duidelijk naar zijn zin.
Pierre Leroy die door de velden rijdt met zijn honden, mooie landschappen in de Franse ardennen
Allemaal super suggesties om door die dorpjes te rijden want daardoor kom ik op een deel van de “route des églises fortifiées de la Thiérache” dat is de naam van dit deel van de Franse Ardennen waar we nu in terecht komen. De Thiérache is gekend voor zijn Maroilles kaas, voor zijn cider en zijn tartiflette enz. Ze doen de Maroilleskaas in alle sauzen, in aardappelpuree en in Rijsel, waar vorig weekend de grote jaarlijkse braderie doorging, zelfs bij mosselen. Toch moet ik er ook even aan toevoegen dat die kleinere wegen wat meer inspanningen vragen, want ze stijgen en dalen meer dan de grote wegen die ongezellig zijn want te druk. Het stijgen en dalen ben ik na meer dan 40 dagen fietsen in Frankrijk wel gewoon, zeker na de Pyreneeën en het Massif Central.
Eglise fortifiée van Liart, buitenkant en binnen
Zo kan ik de église fortifiée bezoeken van het stadje Liart een zeer goed voorbeeld van dergelijke versterkte kerken, meestal gebouwd tussen de 14de en de 16de eeuw. In het volgende dorp Aouste staat er nog zo een goed voorbeeld van een dergelijke kerk. Ze hebben beide duidelijk iets weg van een kerk-burcht. Samengevat werden ze gebouwd om drie redenen uitgedrukt met FFF: Frontière, Fronde en Féodalité. ze lagen in een grensgebied tussen verschillende landen of graafschappen, ze maakten deel uit van een feodaal verdedigingssysteem en dienden om de mensen ook te beschermen bij frondes of binnenlandse opstanden en (godsdienst)oorlogen.
Eglise fortifiée van Aouste, buitenkant en binnen
In de buurt van Rumigny is er zelfs een “maison fortifiée” dat La cour des Près heet, met een walgracht met water rond. Deze route van versterkte kerken is echt een week vakantie waard. Ik heb dat vroeger met Magda zeker twee maal gedaan en het heeft het voordeel dat het vlak bij België is en in het Parc Naturel van de Franse Ardennen ligt. Die route strekt zich van oost naar west uit onder de Belgische grens. Dergelijke bezoeken aan kerken kosten tijd maar geen geld want alle kerken zijn gratis toegankelijk en zijn hier allemaal open.
Rumigny: Maison forte
Rond 13 u 30 bereik ik Auvillers-les-Forges waar ik vaststel dat ik uiteindelijk door zeer vroeg te starten nog slechts 21 km moet fietsen. Op het dorpsplein ga ik onder de bomen in de schaduw mijn lunch nemen: mijn laatste halve stokbrood met Spaanse ham erop en wat emmentaler lait cru kaas op de ham. Ik heb nog een flesje Pelforth brune, een biertje uit het noorden van Frankrijk bij, dat fris genoeg is en best bij mijn laatste lunch van deze pelgrimstocht in Frankrijk past. Lunchen buiten vind ik altijd super fijn en ik geniet er echt van.
Rijdend door de bossen vanaf Auvillers-les-Forges
Om 14 uur ben ik de fiets op en op aanraden van een dame die ik vlakbij ontmoet neem ik de D 20 die, zo zegt ze, mij recht naar de abdij van Scourmont brengt, de brouwers van het Chimay bier. Ze heeft gelijk de D20 wordt zeer klein en is in slechte staat met veel putten en keien maar loop voor een deel door een groot bos en is super rustig en koel. Na 18 km kom ik het bos uit en daar staat langs de weg een klein huisje met DF op, de vroegere Douane Française en ernaast een officiële grenssteen die toont waar de grens precies is. Ik rij nog wat verder door en zie nu ook Belgische nummerplaten. De volgende bocht rond zie ik in de verte de mooie abdij van Scourmont liggen waar ik deze nacht zal logeren zoals ik op de eerste dag van mijn tocht op 16 juli deed samen met Floky.
Vroeger huisje van de Franse Douane, grenssteen en in de verte de Cisterciënzerabdij van Scourmont
Ik ga er wel niet onmiddellijk naartoe maar rij 500 meter voorbij de abdij waar een herberg -restaurant van de paters staat dat al hun producten verkoopt. Ik ga op het terras zitten en bestel mij eerst een blonde Chimay en daarna een bruine Chimay en het smaakt mij geweldig. Zo vier ik mijn thuiskomst in België! Dan fiets ik naar de abdij. Ik wordt er verwelkomd door een oudere man, maar jonger dan ik, die me één van de nieuwe kamers toewijst met douche en toilet zodat ik goed kan uitrusten na mijn lange tocht; Hij zegt me zich mijn mail te herinneren van juni toen ik vroeg of ik hier als pelgrim kon logeren en waarom. Hij voegt eraan toe dat het verblijf de kamer, het avondmaal en het ontbijt gratis worden aangeboden voor het Rinus Pini fonds: een mooie geste die ik echt waardeer en waarvoor ik de abdij bijzonder dankbaar ben.
Genietend van een lekkere Chimay "doré"
De fiets staat binnen en is aan het opladen. Ik ga een douche nemen, schrijf mijn blog en loop nog vlug naar de kerk om het laatste deel van de vespers te kunnen meemaken. Daarna is het om 18 u 50 stipt avondeten maar in volledige stilte: een lekkere vegetarische groentenschotel met de blonde dorée van Chimay en als dessert de kaas van Chimay. Na samen met de andere gasten, we zijn 7 in totaal, de vaat te hebben gedaan en de tafel te hebben gedekt voor het ontbijt, kunnen we nog een koffie of tee en een stuk fruit nemen als iemand dat wenst. Bij de koffie mag nu gepraat worden; ik ga bij een oudere dame zitten, Mia, uit Riemst die hier geregeld komt . Ze wil weten hoe mijn pelgrimstocht verlopen is en of de twee kleinkinderen het fijn vonden. Een kwartuurtje later ga ik naar mijn kamer, bel ik nog even met Magda en rond 20 u lig ik in bed. Morgenvroeg wil ik naar de lauden om 6 u 30, om 7 uur ontbijten en om 7 u 45 de deur uit om de laatste 130 km te fietsen. Het was een fijne dag door de Franse Ardennen. Nu morgen nog veilig thuis geraken.
Comentarios