top of page

Dag 13 : 20 mei 2022: Van La châtre naar Orsennes

Bijgewerkt op: 7 mrt. 2023

Zoals altijd vroeg opgestaan en geschreven aan de blog. Ik slaap in La Châtre in een eenvoudig hotelletje, A Notre Dame. Daar stond vroeger één van de toegangspoorten tot de stad met die naam. Na een zuinig Frans ontbijt met lekkere koffie wandel ik even door het stadje. Het is op de Indre gelegen en was lang geleden een romeins kamp, “castrum”, wat verbasterd werd tot la Châtre. Er is nog slechts een donjon over van het verleden als een militaire versterkte plaats. Langs het riviertje staan in de oude stad nog enkele mooie oude huizen zoals het 14de-eeuwse vakwerkhuis, La maison Rouge, omdat het rood geschilderd is. De hoofkerk, St Germain, is uit de 20ste eeuw want de vorige was ingestort.


Kerk St Germain (r)en la Maison Rouge in La Châtre (l) en het kasteel van Sarzay (m)


Daarna laad ik de fiets met de vier tassen achteraan en één vooraan en ik vertrek naar Sarzay dat echt op de weg naar Santiago ligt. De drie engelbewaarders hebben niet in een hoge eik geslapen maar op de St Germain kerk en vonden het comfort op die toren maar niets. Ik volg een rustige landweg, de C6, die een gemeentewerker mij heeft aangeraden. Ik heb geen enkele kaart bij mij en gebruik soms Google ways terwijl ik fiets en ViaMichelin om vooraf iets na te kijken. Tot grote ergernis van Magda want zij vindt ViaMichelin maar niets. De weg vragen leidt vaak tot een kort gesprek en je leert altijd iets. Maar dat neemt veel tijd. Het landschap verandert geleidelijk aan, minder weidse tarwevelden en meer weiden met grazende koeien omringd door bomen en hagen.


Heel vlot kom ik in de buurt van Sarzay en zie ik in de verte al de stoere 12e-eeuwse burcht aan de horizon verschijnen. Een indrukwekkende verschijning met vijf donjons of versterkte torens tegen elkaar geplakt. Naar het schijnt is het een Belg die daar boert en het geheel open houdt. Daar loopt de weg naar Santiago er bijna pal naast. Ik stop even bij het Middeleeuwse kerkje (dat dicht is) en een Fransman op een koersfiets vraagt waar ik naar toe ga . “Naar Santiago”, “zo ver” reageert hij “dat zou ik niet meer kunnen met mijn 110kg en 67 jaar”. Ik weeg er 80 en ben 9 jaartjes ouder (76) maar het lukt me tot nu toe aardig. Voor ons Rientje, nu cherubijntje, heb ik veel over. Elke dag is het toch weer een uitdaging, vooral met dat warme weer.


Dan maar verder fietsen naar Lys-Saint-Georges een prachtig kasteel met wallen errond en op de muren ontzaglijk veel kleurrijke bloemen. Van waar die rare naam Lys-Saint-Georges? Philippe Auguste, koning van Frankrijk, en Richard Leeuwenhart, koning van Engeland, zouden daar samen gekomen zijn om de vrede te vieren met een banket in het fort van Lys-Saint-Georges. Ze zouden toen samen de naam veranderd hebben : Philippe Auguste bracht “Lys” in voor de Franse lelie en Richard Leeuwenhart, St Georges (met de leeuw) voor Engeland. Er staan in de tuin bij het kleine kasteel twee mooie terracotta leeuwen en glazen kooien.


Het huidige kasteel omgeven door een gracht, werd gebouwd van de 14de tot de 16de eeuw op de overblijfselen van een eerdere vesting waarvan alleen de 13de-eeuwse donjon overblijft. Vandaag ziet men nog de brug, de oude toegangspoort, de ovale donjon en tien torens van de elf oorspronkelijke. In de zware donjon of versterkte toren kon men zich terugtrekken als alles bijna verloren was. Vlak ernaast, een mooi romaans kerkje dat dicht is maar het geheel is idyllisch mooi en rustig. De muren van de wallen langs de grachten, staan vol kleurrijke bloemen in deze zonnige meimaand.


Lys-Saint-Georges: Het kasteel (m) het kerkje (r) en de oude donjon (l)


Dan rij ik de berg af, voorbij de leproserie (nu Hôpital genoemd) waar lepralijders en andere zware zieken werden verzorgd die op de camino pelgrimeerden. Soms noemde men dit een lazaret, verwijzend naar Lazarus die uit de doden werd opgewekt als zwaar zieke. Het eerste wat ze deden als een pelgrim in een ziekenhuis werd opgenomen, was zijn kledij afkoken om zo alle ongedierte te doden. Privacy was er niet want men deelde een bed met één of twee andere patiënten. De Leproserie zou dringend gerestaureerd moeten worden maar daar zijn volgens , een lokale inwoner, geen centen voor. In de meeste middeleeuwse ziekenhuizen of ziekenboegen stonden of hingen afbeeldingen van de gekruisigde Christus om de zieke eraan te herinneren dat hij Jezus christus ook had geleden en aan hun zijde stond.


Spontaan denk ik, terwijl ik verder fiets, aan het retabel met de gekruisigde Christus van Mathias Grunewald in Colmar, aan het laatste oordeel van Rogier van der Weyden in de Hospice de Beaune en aan de Melaatse Christus in de Basiliek van Saint Julien de Brioude een meesterwerk van de romaanse architectuur van de Auvergne. Niet te verwarren met de prachtige romaanse Abbaye de la Chaise-Dieu bij Brioude. In de basiliek is een prachtig 15e-eeuws beeld van Christus die duidelijk lijdt. Lepra liet rode vlekken achter op zijn lichaam die identiek zijn aan die welke het lichaam van Christus van Colmar markeren. Hij heeft zijn mond half open. Je kunt zijn tanden zien. Zijn oogleden zijn iets naar beneden. En zijn blik doordringt elke kijker.


Wat verder bereik ik Neuvy-Saint-Sépulchre ( de nieuwe Heilige grafkerk) met zijn prachtige kerk en basiliek: een ronde kerk die tegen een rechthoekig schip met koor is aangebouwd. De Saint-Etienne-kerk, gesticht tussen 1034 en 1049, bevond zich oorspronkelijk binnen de muren van een versterkt kasteel dat dienst deed als toevluchtsoord voor de bevolking. De rotonde herbergde het relikwie van het Heilig Bloed en was het voorwerp van een drukbezochte pelgrimstocht.


De kerk bestaat uit twee gebouwen die aan elkaar gebouwd zijn: een (eerste) kerk in basiliekstijl, bestaande uit een schip, zijbeuken en eindigend met een platte apsis, veel veranderd door de eeuwen heen. Dit was vroeger de collegiale kerk Saint-Jacques-le-majeur (Sint Jakob de meerdere) die werd gebouwd van de 11de tot de 13de eeuw. Een (tweede) cirkelvormige kerk bestaande uit een rotonde omgeven door een kooromgang met daarboven een tribune, werd daartegen gebouwd aan de westkant van de basiliek.



Neuvy-Saint-Sépulchre: De ronde H. Grafkerk, gebouwd tegen de rechthoekige oudere kerk; de binnenkant van het ronde H. Grafkerk


De ronde kerk is een kopie van de Heilige Grafkapel in Jeruzalem die Eudes de Déols de oudere, een edelman, liet bouwen bij zijn terugkeer van een reis naar het Heilige Land van 1026 tot 1028. De naam Neuvy-Saint-Sépulchre verwijst naar de Heilige Grafkapel in Jeruzalem: het Franse woord sépulture betekent begraafplaats, in dit geval van Jezus. De naam Sépulchre wordt echter hier met een H geschreven omdat de kerk mooi is waarnaar verwezen wordt door de schrijfwijze van het Latijnse woord Pulcher te gebruiken, wat mooi betekent.


Men kan nog altijd duidelijk zien hoe de ronde kerk tegen het koor en de klokkentoren van de oudere kerk werd aangebouwd. Op de plaats waar de twee aan elkaar gebouwd zijn kan men merktekens van de beeldhouwers zien.


Dat het een basiliek is, zie je aan de rechterkant van de ingang tot het rechthoekige schip waar aan de linkerkant een parasol (rood-geel) en een belletje hangen; die vind je in elke basiliek en ze verwijzen naar de speciale band die basilieken hebben met de paus. De paus verplaatst zich naar zijn basilieken in Rome onder een dergelijke parasol met een dienaar die een belletje laat rinkelen om de menigte erop te wijzen dat de Paus eraan komt. In Scherpenheuvel is ook een basiliek waar je de parasol en het belletje kan zien… de paus niet natuurlijk.


Het ronde deel heeft twee verdiepingen: op de bovenverdieping 14 zuilen en op de beneden verdieping 11 (Judas is weggelaten!). Bovenop de 11 zuilen staan prachtige gebeeldhouwde kapitelen. Als je naar boven kijkt, zie je een mooie koepel; een bijzonder mooie constructie. In de rechter apsiskapel heb je de drie (unieke!)relieken waarvoor de kerk gebouwd werd en waarvoor de pelgrims hier toestroomden: een paar druppels van Jezus’ bloed op een doekje, een stukje van het Kruis van Jezus en een kopie van een nagel waarmee hij werd gekruisigd. De pelgrims kwamen deze relieken aanraken of aanbidden om van vele kwalen genezen te worden of om van hun zonden vergeven te worden


Nog een pittig detail: op de oude toegangsdeur van de kerk, bezet met mooi ijzersmeedwerk, hangt een zware ring om de deur open of dicht te doen. Als iemand die door het gerecht werd achtervolgd, de deur kon bereiken en de ring kon vastnemen kon hij aanspraak maken op bescherming door de kerk. Hij riep dan ”sanctuaire” en kon niet meer aangehouden worden tot hij schuldig was bevonden.



Neuvy-Saint-Sépulchre: de relieken (l) , de rood-gele parasol en het klokje (m). Mijn gîte in Orsennes (r)


Van Neuvy-Saint-Sépulchre fiets ik door enkele kleine dorpjes zoals Cluis om het stadje Orsennes te bereiken. Het is een schilderachtige rustige omgeving. Deze avond logeer ik in een Gîte “Le pélérin” van een Vlaams koppel in Hallé, een gehucht van Orsennes. Zeventigers die zich hier14 jaren geleden hebben gevestigd. Ze zijn afkomstig van Vladslo waar de “weeping parents” staan van Kate Kollwitz. Haar zoon was omgekomen in de slag om de Ijzer in WO I. Zalig om te zien en te horen hoe ze met de lokale Franse buren omgaan in het Frans met geregeld een paar West-Vlaamse woorden ertussen. Het zijn allemaal fijne mensen en ze begrijpen elkaar. Ze zijn hier komen wonen voor de rust en die hebben ze.. .spijtig genoeg is er dus weinig internet (in Frankrijk zijn er veel “zones blanches”, zones waar er geen of een slechte ontvangst is) en dat vind ik niet zo fijn…maar één nacht kan ik wel zonder. Ik had mij een portie klaargemaakte pasta's gekocht die ik hoopte op te warmen maar er is geen microgolfoven...koud smaakt dat ook als het buiten zo warm is buiten. Na mijn lekker avondmaal nog wat genieten van de sterrenhemel en daarna een welverdiende nachtrust.


30 weergaven0 opmerkingen
bottom of page