top of page

Dag 8 : 15 mei 2022: van Tonnerre naar Vézelay en de Montagne sacrée

Bijgewerkt op: 30 dec. 2022

Deze rit leidt me naar het vertrekpunt van de Via Lemovicensis. Bij het nakijken van de fietsroute had ik vastgesteld dat het een nog pittigere rit zou worden dan gisteren en dat werd het ook.

Wel prachtige natuur met veel soorten gewassen en weiden maar zeer eenvoudige kerkjes zoals in Nitry en Sermizelles. Dit laatste kerkje heeft een grote versterkte toren die als verdediging van de burgers diende.


Ik bereik in de vroege namiddag Asquins (dat je “akins” uitspreekt verwijzend naar water omdat er veel bronnen zijn). Het ligt op 3 km ten Noorden van Vézelay. De kerk van Asquins is toegewijd aan Sint Jakob de Meerdere. Als ik toekom is ze dicht maar men kan Mevr. Françoise Charlier opbellen; haar nummer hangt op de deur van de kerk en ze komt onmiddellijk af met de wagen. Ze is een respectabele dame, een beetje ouder dan ik (76). Ze is een super gids die met liefde en wetenschappelijke precisie en duidelijkheid over haar kerkje spreekt. Puur genot.

Als je naar de kerk loopt zie je dat in de openingen van de lage muur errond hekken op de grond liggen; dit was om te verhinderen dat het vee het Kerkhof rond de kerk en de kerk zelf zou binnenlopen.


De kerk van Sint Jacob de meerdere werd fel herbouwd door de eeuwen heen. Het oudste deel dateert van de 11de eeuw en heeft een licht spitstongewelf, een noordkant van de 13de eeuw en een deel van de zuidkant van de 16de eeuw. Bij het aanbrengen van de houten lambrisering rond de zuilen in de latere eeuwen, werden, spijtig genoeg, heel wat fresco's van de 13de ,14de en de 16de eeuw opgeofferd. In de sacristie heb je nog zo een mooi fresco met één van de wonderen van Sint Elooi: hij zette een poot terug aan een paard. In het middenschip staat een chair de vérité (preekstoel) en recht daartegenover een chair de charité (liefdadigheidsstoel) waar de vertegenwoordiger van de hogere burgerij zat die vrijgevig diende te zijn voor de armen.



Asquins: Mevrouw Charlier, gids, (l), fresco van Sint Elooi zijn mirakel waar hij een poot terug aan het paard vastzet (m) en de houten lambrisering rond de zuilen. (r)


In de rechter apsis kapel staat een 17e-eeuws schilderij met de Boodschap aan Maria: De engel heeft het gezicht van Lodewijk XIV en Maria het gelaat van zijn maîtresse… nog een goed voorbeeld van iconologie denk ik. In het koor hangen vier mooie gerestaureerde schilderijen van de westerse kerkvaders: Ambrosius, Gregorius de grote, Hieronymus en Augustinus. In de linker apsiskapel staat en prachtig 17e-eeuwse buste van Santiago : een reliekschrijn maar deze is verdwenen. Het glasraam van de 19e eeuw verwijst naar St Jacob en naar Sint Vincent.


De kerk dankt haar bekendheid aan het feit dat Aymery Picaud, de pastoor van de kerk was. Hij is de beroemde schrijver van de 12e-eeuwse Gids voor de pelgrim of de Liber Sancti Jacobi opgesteld rond 1135-1140 . Je kunt hem nu volgen op zijn pad naar Santiago de Compostela. Het auteuschap van deze Aimery Picaud wordt echter zwaar betwist. De echte auteur van deze gids is hoogstwaarschijnlijk Hugues de Poitevin een monnik van de abdij van Vézelay die ook auteur is van La chronique de Vézelay.


Dan fiets ik verder naar Vézelay. Het gaat sterk bergop en krachtig trappen is de boodschap. Helemaal boven juist voor de Basiliek Marie Madeleine rechts is de centre Marie Madeleine waar pelgrims met een credential (geloofsbrief, ik heb de mijne van het Vlaams genootschap van Compostela) kunnen logeren. Ik kan me snel aanmelden bij twee vrijwilligsters die zich hier inzetten voor pelgrims in een beurtrol met anderen : chapeau voor zulk een onthaal en zorg!


De buurt van Vézelay was reeds 2000 à 3000 jaar voor Christus bewoond. De Romeinen verbouwden er wijn vanaf de 1ste eeuw na Christus. Ze bouwden er ook een tempel voor Bacchus die in de 17de eeuw onder de St Etiennekerk werd ontdekt door een priester. De naam Vézelay is misschien afgeleid van de naam van de eigenaar van de grond in de 4e of 5e eeuw: Vercellacus. In de 9e eeuw kregen de benedictijnen in Vézelay een stuk land om een klooster te bouwen tijdens het bewind van Karel de Kale. Eerst werd er een abdij voor mannen op de heuvel gebouwd en een beetje later één voor zusters onderaan in St Père-sous-Vézelay.



Vézelay: de westgevel (l) en een totaalbeeld van de basiliek Ste Marie Madeleine (r); de eetkamer in de Centre Ste Marie Madeleine met twee Nederlandse pelgrims (m)


De abdij van Vézelay is een benedictijns klooster verbonden aan Cluny in het departement Yonne. Het werd gebouwd tussen 1120 en 1150. De heilige Bernardus van Citeaux predikte er de 2de kruistocht in 1146. De vroegere benedictijnse abdijkerk is nu de basiliek van de heilige Maria Magdalena of Sainte-Marie-Madeleine.


Het kerkgebouw, duidelijk oost-west gericht, is een driebeukige kerk in de vorm van een Latijns kruis met in feite een transept met twee korte armen. Aan de rechterarm werd later een stuk toegevoegd dat niet helemaal haaks op het schip staat. Ter hoogte van het rechtertransept staat een tweede toren. De hoofdtoren staat rechts aan de west-ingang van de kerk; de linker toren werd nooit gebouwd. Verbouwingswerken in de 19de leidden tot zijn huidige gedaante. In de 13e eeuw had men reeds een fronton toegevoegd met een puntdak en smalle vensteropeningen zodat het oorspronkelijke gebouw gewijzigd was. Het fronton verbergt enerzijds de onregelmatigheden in de gevel en anderzijds laten de lange vensters ook licht toe in de narthex met de unieke timpaan van de Pentecost of Pinksteren. Het is ook bijzonder dat een fronton uitloopt op een spitsboog. In het bovenste deel zien we een tronende en zegenende Christus met het Evangelie in de hand; twee engelen houden een grote kroon boven zijn hoofd, rechts van hem staat Maria (met kroon), links Maria Magdalena. Aan de zijkanten staan er nog twee engelen. In het onderste deel van het fronton staan vijf heiligenbeelden: Johannes de Evangelist (adelaar), Andreas (X kruis), Johannes de Doper (lam), Petrus (sleutels), Paulus (zwaard) en Benedictus (mijter).


Onderaan zijn er drie portalen aan de voorkant waarvan slechts één een gebeeldhouwd timpaan heeft. Dit timpaan van 1856 in neo-romaanse stijl stelt het laatste oordeel voor. Het oorspronkelijke timpaan werd tijdens de Franse Revolutie zwaar beschadigd. De resten ervan staan tegen de buitenmuur van het achtste travee van het schip, aan de zuidzijde.


De basiliek is beroemd voor de kerk en vooral voor zijn prachtige timpaan van de Pentecost of Pinksteren in de narthex en voor zijn unieke gebeeldhouwde kapitelen in de kerk zelf. Het geheel is een meesterwerk van de Bourgondische romaanse kunst en architectuur. De romaanse narthex is gebouwd tussen 1120 en 1140 . Zoals in Cluny werd hij ook gebouwd om processies te vergemakkelijken. Het midden-timpaan van de narthex stelt het Pinkstergebeuren voor wat eerder uniek is. De apostelen begeesterd door de Heilige Geest worden de wereld in gestuurd om de “volkeren” te bekeren. Het timpaan van de rechterdeur toont Maria en de Geboorte. Men ziet onderaan de Annunciatie (Boodschap) , de Visitatie en de geboorte van Christus met de herders. Bovenaan in het timpaan de aanbidding van de Drie Koningen. Let op de wolk die gelijkt op die van het grote timpaan! Het timpaan van de linkerdeur toont twee scènes uit het leven van Christus na de verrijzenis. Bovenaan ziet men de Hemelvaart van de verrezen Heer in aanwezigheid van de apostelen. Onderaan ziet men het verhaal van de Emmaüsgangers, uitgebeeld in drie taferelen: de ontmoeting, het samen breken van het brood en het verder trekken.


De narthex met in het midden het befaamde Pinkstertimpaan ; rechts het timpaan van Maria en de geboorte; links o.a; de Emmaüsgangers


Bij het betreden van de kerk juist voorbij de narthex ziet men duidelijk dat het schip van de kerk romaans is maar dat het koor gotisch is met grotere vensters die veel licht binnenlaten. Het licht is een sleutelelement van de gotiek. God is licht en duidt de weg aan naar het Licht voor alle mensen van de wereld. Dat is de boodschap die deze prachtig gerestaureerde kerk je echt duidelijk maakt. Let ook op het alternerend gebruik van steen van verschillende kleur.


Het kapiteel van de mystieke molen (l), het befaamde tongewelf met de afwisseling van kleur van steen (m), zicht op de kerk vanuit de narthex met achteraan het gotische koor dat veel klaarder is (r),


De zuilen van het schip (en de narthex) worden bekroond door prachtige gebeeldhouwde kapitelen uit de 12e eeuw. Deze opmerkelijke kapitelen dateren uit de jaren 1125-1140, dat wil zeggen uit de tijd van koning Lodewijk VI de Dikke en zijn zoon Lodewijk VII de Jonge. Ze tonen het buitengewone vakmanschap van Bourgondische Middeleeuwse beeldhouwers. Enkele kapitelen zijn versierd met bladeren of planten maar de meeste kapitelen zijn versierd met Bijbelse, mythologische of fantastische thema's en onderwerpen zoals de Mystieke molen: Mozes (symbool OT) stort het graan in de molen en Paulus (symbool NT) vangt het meel op. De molen, aangedreven door een wiel met een kruis erin, stelt Christus voor. Het beeld symboliseert de band tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Er zijn ook een aantal moraliserende thema’s met o.a. de bestraffing van de goddelozen. Verder beelden sommige kapitelen taferelen van het leven van heiligen uit. Sommige zeldzame scènes zijn onduidelijk en hebben tot nu toe geen afdoende of duidelijke verklaring gekregen.


Het kerkgebouw werd in 1569 door de Hugenoten geplunderd. In de 17de en 18de eeuw werd het gebouw verwaarloosd en tijdens de Franse Revolutie werd het verder beschadigd.

Prosper Mérimée, schrijver, (1803-1870) herontdekt Vézelay en lanceert het programma om de basiliek te beschermen en te renoveren. Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879), een Franse architect, archeoloog en schrijver, verbleef geregeld in Vézelay tijdens de 19 jaar nodig voor de wederopbouw en restauratie van de abdijkerk van Vézelay tussen 1840 en 1859. Hij redde veel oude gebouwen in Frankrijk ook al was zijn restauratie soms overdreven (volgens sommigen).


Na mijn grondige bezoeken trek ik naar mijn slaapzaal in het centre Sainte Marie Madeleine. We slapen met 6 mannen in één van slaapzalen (max. 10 man). In een andere lokaal kunnen max. 8 vrouwen logeren en daar zijn er vier. Daarnaast is er ook nog een koppel in een kamer apart. Elke slaapzaal heeft zijn eigen toiletten en douches en alles is super kraaknet. ‘s Morgens wordt een lekker ontbijt van brood, confituur of kastanjepuree aangeboden. Er worden geen andere maaltijden geserveerd. Men betaalt min. 15 euro per persoon: het is in feite een gift (donation) die men doet. De nacht was niet te lawaaierig: iedereen was waarschijnlijk zeer moe want het zijn allemaal stappende of fietsende pelgrims.


De voorbije dagen hebben mij ook in staat gesteld verschillende types “pelgrims” te identificeren.

Zo heb je de pelgrims die om religieuze, spirituele redenen of om zingevende redenen naar Santiago trekken. De tocht naar Santiago helpt hen om na te denken over het leven en de zin ervan te bevragen. Voor sommigen helpt het om hun geloof beter te beleven en te verdiepen. Zo ontmoette ik een koppel waarvan de mama onlangs was overleden ten gevolge van een zware ziekte. Ze hoopte beter te worden en als ze beter was zou ze naar Santiago gaan. Nu de mama dood is, stapt de zoon naar Santiago voor haar. Een tweede soort pelgrim is de “trekker pelgrim”: (veel kilometers) stappen of fietsen voor de kick. Ze gaan voortdurend op stap en proberen zoveel mogelijk verschillende routes te doen. Ze slapen in campings, refugios of albergues enz. Een derde soort zijn de mensen die op stap gaan om een concreet “goed” doel te helpen verwezenlijken. Ze zijn vaak “gesponsord" om te stappen. De vierde soort is de groep die op stap gaat voor culturele redenen. Ze willen zoveel mogelijk cultuur zien die in overvloed aanwezig is op de camino. Door de eeuwen heen hebben de verschillende kunststromingen zich dankzij de camino over Europa verspreid waardoor je op de camino met heel veel cultuur en kunststromingen en met heel veel soorten mensen uit verschillende werelddelen kennis maakt.


De meeste stappers of fietsers willen ook anders reizen: genieten van een ander soort "rustgevend" en "experiential" en "sustainable toerisme". Sommigen combineren verschillende van deze elementen. Ik denk dat ik tot deze laatste groep behoor. Mijn grote drijfveer zijn mijn drie engelbewaarders die met me meevliegen Rientje, Bert en Wim en hun families en het Rinus Pinfonds. Ze betekenen zoveel voor al hun geliefden en mogen en zullen niet vergeten worden.



40 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page