Na een goede nacht slaap en een sober ontbijt in de Posada San Millan in Yuso ben ik helemaal klaar voor een korte fietsdag, max. 30 à 40 km en ik ben er niet kwaad om . Eén nacht volstaat niet om volledig uit te rusten als je 60 of 70 km op en neer moet bollen en dat ook nog in een stikkende hitte. Plus rond lopen om van alles te bezoeken. De voorbije dagen is het na 12 uur altijd te warm, met 35 graden of meer. Je kleeft aan het zadel van je fiets, je stopt om de 15 minuten om water te drinken, je eet bijna niet, want het smaakt niet en je gebruikt meer en meer de hoogste versnelling om de heuvel te halen, wat niet goed is voor je batterij. Als je dan toekomt en de dame die de Posada openhoudt onmiddellijk vraagt “ una cerveza frio?”, dan dank je haar op je blote knieën.
Ik heb gisteren alleen de abdijen van San Millan van Suso (boven) en die van Yuso (beneden) op 4 km van elkaar van de buitenkant bekeken, want ze waren dicht. Het was immers het feest van de Rioja. Vandaag wil ik de kleine abdij of eerder de kluizenaarswoning, later klein klooster van Suso binnenin zien en ook de grote Benedictijnerabdij Van Yuso, naar dezelfde heilige genoemd.
Joé Manuel en Carlos, twee leraars op driedaagse pelgrimsuitstap; San Millan de la Cogolla : Kloosters van Suso (boven) (m) en Yuso (r).
Ik heb kennis gemaakt met twee Spanjaarden José Manuel en Carlos, twee leraars (55 ers), de 1ste leraar wiskunde en de 2de leraar Spaans. Ze zijn samen, gedurende 8 jaar, directeur en onderdirecteur geweest van een ASO-school in Madrid en hebben in het kader van Comenius (nu Erasmus+) prima samengewerkt met een ASO school In Waregem. Na 8 jaar wilden ze gewoon terug lesgeven en minder zorgen hebben. Leraren hebben per jaar recht op 2 vrije dagen die ze zo maar kunnen opnemen en zij hebben deze vrijdag en maandag vrij genomen om gedurende vier dagen een stukje van de Camino te doen. Met de wagen zijn ze naar Logroño gereden en nu doen ze Najera, San Millán, Santo Domingo de la Calzada, daarna Burgos, Laguardia en terug naar hun vertrekpunt en dan met de auto naar Madrid.
Ze hebben me bij het ontbijt verwittigd dat er om 8.50 u een kleine bus gratis wordt ingelegd tot boven bij Suso en we zitten er op. Het kleine klooster werd gebouwd rond de grot-cel van de kluizenaar San Millán. In een eerste fase (5de eeuw en begin 6de eeuw) worden grotten uitgegraven: een deel tot kamers en een ander deel als oratorium met het graf van San Millán en als ossuarium (ruimte waar beenderen worden gewaard). Het kleine klooster heeft een Visigotisch gedeelte, 6de -7de eeuw, een Mozarabisch gedeelte met hoefijzerbogen (10de eeuw) en een gotisch gedeelte met lichte spitbogen (11de eeuw) . Een pareltje van kunstevolutie en eenvoud. Een plaats om even stil te zitten en te genieten. Op zo een momenten denk ik altijd aan mijn drie engelbewaarders: Rientje, Bert en Wim en aan hun geliefden die hen zo onnoemlijk hard missen.
Samengevat kan het monastieke leven in het klooster van Suso worden onderverdeeld in vier fasen. Een 1ste was de kluizenaarsfase waarin de monniken in eenzaamheid in grotten leefden (5de en vroege 6de eeuw). Deze werd gevolgd door een 2de Visigotische fase (6de en 7de eeuw), waar de monniken samenkwamen in bepaalde ruimtes voor gezamenlijke werk- of gebedsmomenten (cenobitisch). In de 3de fase werd het een Mozarabisch klooster (10de eeuw tijdens de bezetting van dit deel van Spanje door de Moslims) en in de 4de fase, in de romaanse periode (11de en 12de eeuw), zag men een versteviging van het kloosterleven. Later sloot het kleine klooster aan bij de Benedictijnen en volgde het dus de regel van de H. Benedictus.
San Millan de la Cogolla Suso: graf van San Millán (l), kerk van Suso: visi-gotisch gedeelte (m), romaans gedeelte (achteraan op foto rechts
Het zwarte albasten graf van San Millán is in romaanse stijl en de heilige wordt weergegeven als een gisant of een liggend beeld. Het graf staat op drie steunblokken, gebeiteld in de vorm van geknielde atlanten. Het beeld wordt toegeschreven aan dezelfde beeldhouwer als dat van Santo Domingo de la Calzada, in de gelijknamige stad vlakbij. Men ziet de uitbeelding van een mirakel, monniken die voor de heilige bidden enz. Ik word er stil van : zo mooi en eenvoudig. Geen pracht en praal. De foto’s spreken voor zichzelf.
Na een grondig begeleid bezoek rijden we terug met de bus naar beneden. We hebben ook tickets voor de rondleiding in het benedictijnerklooster van YUSO, dat zich zo een beetje de faam van San Millán heeft toegeëigend. Hij was geen benedictijn. Bijzonder belangrijk is dat in dit klooster de eerste tekst te vinden is die wordt erkend als de eerste echte Spaanse (Castillaanse) tekst. De kloosterkerk is typisch benedictijns: groots en veel pracht en praal met veel barokversiering.
San Millán de la Cogolla , Yuso : kopie van de eerste Spaanse tekst (l) ,de kloostergang, San Millán, het hoofdaltaaar met een schilderij van Santiago Matamoros of de Morendoder (r)
Eerst werd er een klooster gebouwd in romaanse stijl. Het werd volledig herbouwd in de 17de en 18de eeuw in Spaanse Herrerian stijl, een soort classicistische barok. Midden op de toegangsdeur zie je een reliëf van San Millán te paard, met een zwaard in de hand, die ten strijde trekt tegen de Moren (samen met Santiago) in de slag van Clavijo van 844: natuurlijk overwinnen ze de Moren. Ook het prachtig hoofdretabel in het koor toont San Millán als Morendoder. Een tema dat de dag van vandaag niet meer zo gesmaakt wordt. Er is ook een middenkoor met Spaans orgel en een mooi “gouden” deel achter het koor (trascoro) met de zonnestralen die na 17 u precies door het westelijke rond raam vallen, recht door een ring boven op de koorwand tot op de vloer voor het koor, om aan te duiden dat de kerk pal naar het oosten staat. Verder zien we nog de kloostergang, de sacristie (met een reeks kleine Vlaamse schilderijen) en de bibliotheek waar de grote oude psalters of boeken met psalmen werden bijgehouden. Het zijn kanjers van 45 tot 65 kg die op een lezenaar stonden, gemaakt uit kalfsleder (perkament), met grote letters en noten, zodat elke monnik ze kon lezen en meezingen van op de plaats waar hij zat in het koor. De Monniken hadden dus geen individuele psalmboekjes. Dat was veel te duur in de tijd van de manuscripten of de handgeschreven boeken.
San Millán de la Cogolla, Yuso : de sacristie (l), het tabernakel vooraan met Maria, de gekruisigde en de verrezen Christus (m),Trascoro met de deur naar het middenkoor: bovenop de ring waardoor het licht langs het westelijke raam binnen in het koor valt.(r)
Na zo veel moois is het middag geworden en moet ik dringend aan mijn tocht beginnen naar Santo Domingo de la Calzada, slechts een goede 30 km (want ik durf ommetjes te maken), maar het wordt al aardig warm. José Manuel en Carlos fietsen harder door alhoewel ze geen e-bike hebben, maar ze zijn wel jonger. Zij rijden vandaag ook over San Domingo de la Calzada tot Belorado een stukje over dezelfde weg als ik. De weg loopt door een heuvellandschap met tarwe, wijngaarden, maar ook veel aardappelen en hop. Hop zal Ignace,de papa van engel Bert, wel goed kennen, hij is van Beveren aan de IJzer vlakbij Poperinge, de Vlaamse hoppestreek. Rond 14 u 30 ben ik al op mijn eindbestemming. Vlug naar mijn kamer in Hostal Catedral dat op 100 meter van de kathedraal ligt. Wat boodschappen doen voor de lunch en het avondmaal in een supermercado en een uur later ben ik al in de (museum) kathedraal van Santo Domingo de la Calzada.
De stad dankt haar naam aan een eremiet, Domingo ( 1019-1109), die heilig werd verklaard. Hij was geen priester en geen monnik. Hij wou gewoon pelgrims helpen. Hij bouwde er wegen (calzada) en bruggen en beschermde pelgrims tegen dieven. Hij werkte aan de integratie van boeven die in de gevangenis zaten . Hij vroeg de koning ze vrij te laten zodat ze hem konden helpen. Hun boeien hangen in de kerk naast het kippenhok. De koning gaf hem geld om zijn sociaal werk verder te zetten. Een gelijkaardige situatie zagen we in St Leonard de Noblat waar ook de boeien van vrijgelaten boven rond zijn schrijn hangen, vlak voor Limoges op de via Lemoivicensis. Santo Domingo wou langs de Camino begraven worden en de kerk werd daarom lichtjes verplaatst. De huidige kerk werd in de 12de eeuw begonnen, herbouwd in de 15de en 16de eeuw en zelfs nog later. De mooie toren staat er los van. Veel mensen komen hier vooral om in deze kerk de kooi te zien met een hen en een haan….die te maken hebben met een zeer gekende legende en mirakel.
Santo Domingo de la Calzada : De zuidelijke toegang to de kathedraal met losstaande toren (l), het stadsplein (m) en het graf van Santo Domingo de la calzada (r) , een zwart albasten beeld met naast hem ook de haan en de hen van de legende
Het leven van Santo Domingo is doorspekt van vele legendes of mirakels. Het meest gekende is het verhaal van de jonge pelgrim en de haan en de hen. Een jonge man ging met zijn ouders naar Santiago. In een herberg werd de dochter van de herbergier verliefd op hem. Hij weigerde echter haar avances. Ze nam wraak en stopte een zilveren beker in zijn tas. Hij werd aangehouden, berecht en opgehangen . Op de terugreis gingen de ouders naar de plaats waar hun zoon gestorven was. Maar ze vonden hem springlevend, want Santo Domingo (volgens andere versies Santiago) had al die tijd zijn handen onder de voeten van de onschuldige jongeling gehouden. Toen men dit aan de rechter meldde, was hij kip en haan aan het eten. Als dat waar is, zei de rechter, dan zal dit gevogelte terug levend worden en….kakelend en springlevend vlogen ze weg. De jongen werd vrijgesproken en de herbergier veroordeeld. Als herinnering aan dit mirakel is er de kooi in de kathedraal met een levende haan en een hen … Dit verhaal vind je overal in de kerk terug in de kunst: bij het beeld van de heilige, in schilderijen of fresco's enz..
Santo Domingo de la Calzada : gisant Santo Domingo (l), zuilen in koor met o.a. boom van Jesse (m) , kooi met levende haan en hen (r)
Het prachtige albasten graf van Santo Domingo (met haan en hen) is ook een trekpleister. Let op de 16de -eeuwse stervormige gewelven, het koor met mooie romaanse kapitelen en de twee zuilschachten met een boom van Jesse, het geslacht waaruit Jezus voortkwam. De kerk en de kloostergang zijn een museum geworden waar men veel kunst heeft bijeengebracht. Er is teveel te zien, maar toch zo mooi. Daarna breng ik nog een bezoek aan het klooster van de Heilige Franciscus en de oude romeinse muren, beide aan de rand van de stad en dan heb ik genoeg kunst gehad voor vandaag. Ik heb er van genoten…ook van de ontmoeting met José Manuel en Carlos. Mijn engelbewaarders Wim, Bert en Rientje zitten al boven op de toren van Santo Domingo de la Calzada, het beste zicht van de streek… de ondergaande zon kleurt hem schitterend rood.
Santo Domingo de la Calzada: Toren van de kathedraal (l), Sint Franciscusklooster (m) en de romeinse stadswallen (r)
In mijn hostal is er op de hoogste verdieping een keuken en een kleine eetplaats. Ik heb een klaargemaakte maaltijd gekocht die ik in de microgolf opwarm en op mijn kamertje opeet met een fris wit wijntje uit de Rioja streek. Ik sluit af met een oploskoffie en een Spaanse madeleine cake. Nu nog aan mijn blog van de dag beginnen en dan foto's doorsturen naar en bellen met Magda.
Comentários