Na een gezellig ontbijt samen vertrek ik vanuit ons holtelleke in Lamothe-Landerron langs La Réole naar Bazas. Magda, Tim en de kinderen gaan naar huis. Ik zal hen hard missen. Eerst een stukje langs de Garonne en dan kom ik langs Puybarban met zijn Saint-Michelkerk uit de 9de en 11de eeuw, een romaanse kerk met een enkele apsis, verbouwd in de 14de en 16de eeuw.
Zo bereik ik het mooie idyllisch dorpje Pondaurat met zijn oude gebouwen: het hospitaal, de brug met de molen en ernaast het Antonietenklooster, de kerk en de commanderij. De prachtige smalle middeleeuwse brug (13de eeuw), is een dambrug die het water reguleert om de molen te laten werken en achter de dam een visvijver vormt. Veel kloosters en priorijen hadden een of meerdere visvijvers. Deze brug was een tolbrug (péage) en wordt sedert de bouw van de nieuwe verkeersbrug niet meer gebruikt omdat ze veel te smal is. Ze werd gelukkig gered van de afbraak.
Niettegenstaande verschillende transformaties zijn vrijwel alle oorspronkelijke gebouwen bewaard . Pondaurat is een prima voorbeeld van de ziekenhuisarchitectuur van de Antonieten.
Op straat ontmoet ik een oudere man (ouder dan ik denk ik) met wie ik even praat. Hij heet Jacques en heeft daar altijd gewoond; hij vindt het hier een stuk paradijs op aarde. Hij besluit met te zeggen dat hij niet inziet waarom hij naar het andere paradijs moet verhuizen binnenkort. Ik begrijp hem, want het is een echt aantrekkelijk en rustig landelijk plekje.
De naam Pondaurat komt waarschijnlijk van “pont doré “ wat verwijst naar de bruingele kleur van de steen die werd gebruikt bij het bouwen van de brug.
De ziekenhuizen van de Antonieten verzorgden niet alleen de zieken die aangetast waren door het heilig vuur of Sint-Antoniusvuur ten gevolge van het eten van besmet meel maar ze verzorgden ook de zieken die als pelgrim naar Santiago trokken en in Pondaurat-de-Bassanne overstaken om naar Bazas te gaan.
Pondaurat: de brug de Pont doré (m), Hospitaal van de Antonieten (m), de vrijwilligsters in de refugio (r)
Een van de delen van het oude ziekenhuis wordt nu gebruikt als dorpsbibliotheek en als refugio voor pelgrims. Er zijn twee kamers waar vier pelgrims samen kunnen logeren. Je betaalt 15 euro voor een matras met lakens en een sober ontbijt. Zoals in Vézelay is er een ploeg van 9 vrijwilligers waarvan één per week om beurten de refugio open houdt. Marie en Claudine zijn twee vrijwilligsters die een moderne versie van het verzorgen van pelgrims concreet gestalte geven.
Na Pondurat kom ik door Auros maar het is zo warm aan het worden dat ik beslis de Cisterciënzer abdij Sainte marie de Rivet maar een nog levendige gemeenschap van zusters niet te bezoeken. Daarenboven had ik eerder tussen Najera en San Millan de la Cogolla een onaangename ervaring toen het Cisterciënserinnen klooster an San salvador in het dorpje Cañas helemaal dicht was met geen enkele mogelijkheid tot bezoek. Ik maak van mijn hart een steen voor één keer. Ik fiets verder door naar Bazas dat elementen van een bastide heeft in het centrum, met een deel overdekte gangen onder de huizen door waar het frisser is. In feite had Rientje al laten verstaan dat ik de laatste dagen wat overdreef met al die kerken en abdijen.
We komen toe in Bazas, het is zaterdag en dus is het ook nog eens marktdag. Het is al bijna 1 uur en de markt loopt op zijn einde maar toch is er nog veel volk. Bazas is gelegen op de grens van het woud van les Landes de Gascogne, op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Als hoofdplaats van de Bazadais met zijn bisschoppelijke verleden heeft het een indrukwekkend erfgoed overgehouden. Je verwacht niet zoveel moois in zo een klein stadje.
Reeds vanaf de 5de eeuw stond op deze plaats een kerk op het mooie marktplein. Een legende vertelt dat een vrouw een reliekschrijn met bloed van Johannes de Doper uit het heilig land zou meegebracht hebben naar Bazas…Dit is het begin van de verering in Bazas van deze heilige Johannes de Doper, de man die vaak wordt voorgesteld met een kameelhuid aan en met een schotel in de hand waar later zijn hoofd komt op te liggen nadat het werd afgehakt op vraag van de mooie Salomé, dochter van Herodes Filippus en Herodias. Je ziet hem ook vaak als kind spelen met de jongere Jezus. Maria en Elizabeth, de moeder van St Jan de Doper waren familie of nichten.
De gotische heilige Johannes de Doper kathedraal is hoofdzakelijk uit de 13de en 14de eeuw. Ze onderscheidt zich door de mooie westelijke gevel met drie portalen met veel beeldhouwwerk (13de eeuw) De bisschop Pontac kon de protestantse Hugenoten overtuigen (met een hoop geld!) de westgevel met de drie portalen niet te zwaar te beschadigen.
De Johannes de Doperkerk (l); de overdekte gangen van de bastide (m) en het timpaan van het zuidportaal (r)
Het timpaan van midden portaal van de westelijke gevel heeft een afbeelding van het Laatste Oordeel, en van het leven van de Heilige Johannes de Doper op het onderste register met rechts zijn geboorte en links het feest tijdens hetwelk hij onthoofd werd op verzoek van Salomé de dochter van Herodes Filippus en Herodias. Hij zelf staat op de trumeau of de pilaar in het midden van de twee deuren met de schotel waarop zijn hoofd zal worden aangeboden aan Salomé. Het linteel bovenaan de deur wordt gedragen links (kant van de uitverkorenen) door een man die naar de boodschap luistert en rechts (kant van de verdoemden) een gehurkte man die zijn handen op zijn oren houdt en dus niet luistert naar die goede boodschap. Een mooie symboliek! Onder de doden die verrijzen zie je er rechts een die zijn mooie billen toont. Men ziet er ook de aarstengel Michaël (sommigen zeggen Gabriël) en links wordt een verdoemde in de muil van de hel geworpen. Wie niet braaf is…
Het noordportaal is toegewijd aan Sint Pieter (omgekeerd gekruisigd met zijn hoofd naar beneden) en scenes uit zijn leven. Eigenaardig genoeg staat links onder het timpaan van Petrus de geboorte van Christus en de boodschap aan de herders. Op de bogen van de archivolt vindt men de dwaze en wijze maagden (3de boog van het midden weg). De dwaze maagden houden hun beker onderste boven om te zeggen dat ze er niet aan gedacht hebben olievoorraad mee te nemen. de wijze maagden hebben hun beker mooi rechtop vol olie.
Het zuidportaal van de westkant is aan Onze-Lieve-Vrouw gewijd. Men ziet scenes uit haar leven. De Opneming van Maria in de hemel en de kroning van Maria door Jezus. In de bogen rond het timpaan een mooie Boom van Jessé met o.a. David en zijn harp. Die vertelt de afkomst Jezus zijn familie volgens het Oude Testament. In Issoudun eerder, op de Via Lemovicensis zagen we eerder twee schitterende bomen van Jessé en Aaron.
Bazas heeft op het centrale plein voor de kathedraal veel historische gebouwen zoals de booggalerijen (16de en 17de eeuw) waaronder altijd mensen aan het eten of drinken zijn, het stadhuis (uit de 16de eeuw), het opmerkelijke huis van de Astronoom (maison de l'Astronome) met een elegant herenhuis uit de 16de eeuw, versierd met vele astronomische tekens.
Verder zijn er nog de oude verdedigingswerken, waar men in de zomer fijne wandelingen kan maken langs de rozenstruiken van de tuin van de Sultan (jardin du Sultan) of over de aangename promenade van la Brèche (opening die de Hugenoten maakten in de stadsmuur om de stad te veroveren), langs de zuidelijke stadsmuren...
Bazas: de stadswallen (l),de oude markthal (m) en de galerijen onder de huizen door (r)
Voorbij Bazas fiets ik naar Lucmau dat midden in de pijnbossen ligt, aangelegd door Napoleon III in de periode 1857 tot 1870. Het is rond 3 uur in de namiddag en zeer warm en ik kom niemand tegen. Iedereen lijkt ergens in de schaduw te wachten tot het frisser wordt. Alleen maar pijnbomen en ook heel veel groene varens.
Dankzij deze bossen is er nu een florissante houtnijverheid en zorgen de pijnbossen voor heel veel hout dat wordt gebruikt o.a. in houten vloeren. Je ziet de stapels hout langs de weg gereed liggen om vervoerd te worden. In Lucmau heb ik een fijne gîte gevonden om te logeren, niet ver van het Saint André kerkje dat de typische kenmerken heeft van deze streek. Zoals vele kerkjes heeft ze een hoge klokkentoren-muur met de klok die aan de buitenkant hangt. De eerste sporen gaan terug tot de 12de eeuw maar een heel deel van de kerk is 16de eeuw. Ik denk dat mijn drie engelbewaarders hun slaapplaats hebben gevonden voor de nacht: hoog en droog en ze kunnen mij nog in de gaten houden ook. Wim en Bert stellen voor nog eens vlug met Rientje naar de zee te vliegen waar papa Tim met oma , Motje et Floky deze avond slapen alvorens morgen in één ruk naar Leuven terug te rijden. Na enkele uren zijn mijn drie engelbewaarders al terug. Zij willen het grote avontuur voor geen geld missen en daarbij … opi zou zich zonder Rientje en de twee grote engelen niet veilig voelen.
Eerst doe ik nog vlug een kleine was in mijn lavabo: wat ondergoed en een paar sokken en dan uithangen zodat het vlug kan drogen. Dan sluit ik de oplader van mijn fiets aan zodat de batterijen goed opgevuld zijn. Vandaag heb ik heel weinig verbruikt want de weg is relatief vlak in de Landes. Daar ben ik wel blij om want de voorbije weken waren er heel wat steile hellingen. Stikkapot van de warmte leg ik me daarna direct op mijn bed om wat te rusten. En val in slaap…
Ik word wakker om 22.30 u. van vuurwerk dat wordt afgeschoten . Schitterend en kleurrijk. Vive les mariés…Vlakbij wordt een huwelijk gevierd met veel accordeonmuziek. Mogen ze een lang en gelukkig leven hebben….
Comments