Dag 9 was de dag van de natuur na een super fijn bezoek aan Firminy en speciaal 'la cité Le Corbusier', het gebouwencomplex van Le Corbusier. Ik moest die dag vanuit Firminy naar Aubenas, 120 km van Noord naar Zuid in de Ardèche, een prachtig stuk Franse natuur. . Ik was echter vergeten te checken welke hellingsgraad er op de weg was tussen deze twee steden. De eigenaar van de B & B had me de avond ervoor gezegd dat dit toch een ernstige inspanning zou vragen in het warme weer. Het hoogste punt van 1200 meter diende ik twee keer op de zelfde dag te bereiken. Dus zeer vroeg opgestaan en om 6 u 45 was ik de deur uit.
Mijn kamer in Firminy. De natuur bij het begin van mijn dag
Het eerste stuk was lang en steil, 15 km, pittig omhoog maar het was fris, vanuit Firminy naar Dunières en het landschap werd alleen maar mooier. Eerst vooral pijnbomen en ook koeien en dan geleidelijk aan meer bossen met weiden tussen. Heel veel houtbedrijven want bosbouw en ontginning zijn hier een belangrijke activiteit. Vanaf Dunières begint de weg nog verder te stijgen en is er een afwisseling van bossen en heuvels met alle soorten begroeiingen. De zon schijnt, maar het is nog niet te warm Dan gaat het een groot stuk naar beneden. Als ik van dit eerste lange stuk beneden ben, kijk ik na hoe laat het is. Het in ondertussen 10 u 30 en ik heb al 65 km gefietst. Dus ben ik nog slechts 55 km van mijn einddoel, het stadje Aubenas, verwijderd . De aanduidingen wijzen er op dat ik in het Parc régional naturel des Monts de l’Ardêche binnenrijd en ik denk dat die bergen wel OK lijken, zelfs met een pijnlijke bil.
Bovenop de heuvels van de Monts de l'Ardêche ((l) en (m) en dan terug naar beneden (r)
Ik word er overmoedig van en ik ik fiets verder door naar Cheylard, genoemd naar een rivier, en dan loopt het plots mis. Google maps stuurt mij kleine wegen op en voor ik het besef ben ik in the middle of nowhere. Het is mogelijk dat ik een boodschap van mijn ingebouwde dame van Google maps niet goed heb gehoord, maar ik zit plots op een zeer kleine weg die zelfs te steil is om te fietsen. Ik stap af en duw mijn fiets verder. Beneden zie ik een stadje liggen en ik denk: als ik daar naartoe moet, dan ben ik er morgen nog niet…
Ondertussen is mijn batterij, van al dat op en af rijden, bijna leeg. Ik ben meer dan een week op stap, dus word ik vlugger moe en gebruik ik sneller de “sport” functie van mijn motor. Ik beslis te stoppen en uit te kijken naar iemand die me kan helpen. Het is er echter zo afgelegen dat ik weinig kans heb en toch… wonder boven wonder komt daar een jonge man in laarzen naar me toegestapt vergezeld van een oudere dame.
Op zoek naar de juiste weg. Alban, mijn redder in nood en zijn paarden
Rientje zorgt altijd voor mij als engelbewaarder want iemand had al door al door dat ik op het verkeerde pad zat . Hij had me in de verte zien rijden en had al tegen die dame gezegd "dat komt niet goed, we moeten hem helpen". De dame groet me en wenst me al het beste want zij moet naar huis na een rijles te paard. De paardenfokker-boer heet Alban . Hij fokt en onderhoudt paarden voor klanten , geeft rijlessen aan jongeren enz. Hij woont op een heuvel met zijn vriendin Fanny.
Hij neemt mijn fiets en laat die opladen in een stal, dan neemt hij me mee naar zijn huisje boven op de heuveltop, zodat ik ook mijn telefoon kan opladen. Hij geeft me liters fris water en wil koffie zetten en zelfs voor mij gaan koken; super lief. Dan legt hij me uit hoe ik nu moet rijden om de tijd in te halen die ik verloren heb. Het briefje met de namen van de kleine wegjes steekt hij op mijn telefoonkastje op het stuur van mijn fiets. Na een uur ben ik terug de baan op, langs een lange steile helling naar beneden, meestal al remmend om niet te vallen. Ik neem onmiddellijk de D 578 richting Mezilhac, terug bergop voor 25-30 km, meer dan wat ik voorzien had door het omrijden bovenop de berg. Alban heeft me gezegd op de D 578 te blijven want hij kent de streek zeer goed. Hij waarschuwde me dat de laatste 6 km super steil zijn tot 5,9% op een bepaald punt, maar hij gaf me tonnen moed en enkele flessen water mee.
De mooie natuur van de Ardèche en de dame van de brocante, mijn tweede redder in nood
Rond 14.30 u. ben ik boven in Mézilhac en dan moet ik nog 35 km tot in Aubenas. Ik ben boven gekomen met 1km over in de batterij, dus val ik toch stil op een vlak deel op 5 km van mijn B&B. Het is zondag en alles is dicht. Ik vind vlakbij een brocante die open is en de dame helpt mij onmiddellijk. Een uur later ben ik terug de fiets op en 20 minuten later ben ik in mijn B&B. Gelukkig heb ik nog wat brood en kaas over. En dan douchen en snel naar bed want mijn kous is af. Ik vraag aan de eigenares wat confituur voor mijn ontbijt; de rest heb ik nog bij. Ik slaap super lekker na een paar pintjes die ik ook bij had...
De mooie Ardèche bergen /heuvels die ik overwon met de fiets
Comments