Om 7 uur was ik onderweg. Mevr. Myriam Van Reeth had mijn ontbijt klaargezet gisterenavond: ik moest maar op het knopje van de koffiemachine drukken en ik had na enkele minuten heerlijke koffie en daarbij vers brood plus home made confituur.
Ik rij eerst naar de Alyscamps, dat is die grote necropool aan de rand van Arles waar heel veel graven zijn van meer dan 2000 jaar geleden. Daar vertrekt officieel de Via Tolosana of de Voie d’Arles. De weg werd wat hertekend, want de pelgrims moesten een eerste stuk lopen naast een weg die druk was en daarom super gevaarlijk voor voetgangers en fietsers.
Arles: Alyscamps; de brug over de Rhône bij het verlaten van de stad. De riviercruises slapen nog....
Ik rij over één van de grote bruggen van de Rhône en in de verte liggen de lage cruiseschepen met de vele toeristen nog te slapen in de wat grijze ochtendhemel. Daarna gaat de weg verder over een dijk en dan terug via een oude brug over de petit Rhône die afgesloten is voor autoverkeer zodat alleen voetgangers en fietsers door kunnen. De volgende 20 – 25 km is het volledig vlak door de Petite Camargue. Men ziet dus veel water, rijstvelden, wat bomen en heel veel groentekweek. Ik stop even bij boer Anseoui (een plaatselijke voornaam!), een oudere man die juist zijn pomp zal opstarten om uit één van de vele irrigatiekanalen zijn groenten te besproeien. Hij kweekt met zijn vrouw en één van de kinderen courgettes, pepers, tomaten en meloenen die hij zelf naar de markt brengt en dan laat verkopen door anderen.
De oude brug over de petit Rhône; de rijstelden en boer Anseoui, groetenkweker
Na een uur ben ik in het oude centrum van St Gillis, een klein stadje, genoemd naar één van de belangrijke heiligen uit de 8ste eeuw, die heel wat mirakels deed. Op het einde van zijn leven leefde hij als een kluizenaar en werd gevoed met de melk van een hert. Hij wordt dan ook altijd afgebeeld op schilderijen of als beeldhouwwerk samen met een hert dat naast hem staat. Later kwamen veel bedevaarders die onderweg waren naar Santiago daar langs, om mee te genieten van de mirakels. Zo werd er in de 12de eeuw een prachtige en grotere kerk gebouwd op dezelfde plaats waar reeds in de 7de eeuw een eerste kerk had gestaan. De kerk is nu uitsluitend toegewijd aan St Gillis en vooral de westkant is ontzettend mooi romaans . Van links naar rechts kan je het gehele leven van Christus leven bovenaan zien op een fries. Daaronder heb je apostelen, evangelisten, heiligen, taferelen uit het oude en het nieuwe testament. En pedagogische infotafel voor de kerk helpt je alles beter begrijpen.
De kerk van St Gilles. Het timpaan en een detail van het portaal
De beelden hadden erg te lijden eerst tijdens de godsdienstoorlogen in de 16de eeuw en later op het einde van de 18de eeuw tijdens de Franse revolutie. Een deel van de oostkant werd ook afgebroken en de huidige kerk is kleiner dan de vroegere. Er is nog een stuk van een zijtorentje van de vroegere kerk, vol graffiti; dit is van alle tijden, want mensen willen altijd een spoor achterlaten. Aan de westkant van de St Gilles werden ook Romeinse elementen hergebruikt zoals zuilen en stenen van o.a. oude Romeinse villa’s. Onder de kerk is ook een zeer grote crypte. Het dorp heeft ook nog twee echte romaanse stenen huizen uit de 12de eeuw, wat eerder uitzonderlijk is. Deze huizen waren van steen omdat het ambachts- of handelshuizen / winkels waren, vaak van rijke families. Veel huizen waren van hout en verdwenen volledig door de eeuwen heen.
St Gilles: details van het portaal van de kerk en een van de twee romaanse huizen
Na meer dan twee uur zet ik mijn weg verder in de richting van Vendargues langs de oude Camino. Ik let niet goed op en heb niet gezien dat mijn Google maps is blijven steken en ik heb gewoon op een rechte weg doorgereden met veel cipressen (symbool van eeuwig leven of dood), alle soorten fruitbomen: de pruimen zijn klaar om geoogst te worden, de abrikozen en kersen zijn natuurlijk al geoogst. Ik heb zonder het te weten dus de verkeerde richting genomen. De redding komt van een vriendelijke fietser, Jean-Pierre die me terug op het rechte pad zet: naar de watertoren van Generac, dan naar Beauséjour en ik ben terug op de goede weg. 15 km meer dan voorzien gedaan maar het was allemaal mooi...
Ik stop in Beauséjour om inkopen te doen ; het is OLV Hemelvaart en alle winkels sluiten om 12 u: juist op tijd kan ik nog binnen glippen. Om naar Vendargues te gaan moet ik langs Lunel , dat bestaat uit gedeeltelijk een nieuwe stad en wat verder een oude stad, Lunel Viel. Magda zegt dat er in het nieuwe stadsgedeelte geregeld onlusten zijn geweest en dat ik voorzichtig moet zijn. Toch beslis ik op de N 113 te rijden die dwars door die twee stadsdelen rijdt. Aan een rood licht vraag ik aan een ruige kerel voorzichtig welke de richting is naar Vendargues; Heel vriendelijk zegt hij me de N 113 te blijven volgen door verschillende dorpen waarvan de naam eindigt op – argues en dan ben je er. Hij heeft gelijk; een uurtje later rij ik rond 15 uur het slapende of siëstende dorp Vendargues binnen.
Op weg naar Vendargues (l), het park in Lunel (m), het begin van het stadje Vendargues (r)
Op het einde moet ik een wirwar aan snelwegen van en naar en rond Nîmes en Montpellier met bruggen of tunnels oversteken of eronder rijden. Geen aangename buurt, maar plots is het terug de boerenbuiten en vind ik snel het pelgrimshuis "La Domitienne" genoemd naar de Romeinse heirbaan die hier vroeger lag. Het huis wordt opengehouden door een bioloog-onderzoeker die een project leidt online met onderzoeksinstituten in Fankrijk en de USA rond biologie en het milieu. Het pelgrimshuis is in de buurt van de arena’s waar de favoriete sport van de streek wordt beoefend: meestal jongeren proberen cocardes (bebloemde ringetjes ) van de horens van rondlopende jonge stieren te plukken. Voor de rest niets merkwaardigs te bewonderen in het dorp.
Samen met mij komt een jong koppel dertigers toe: zij, Sylvia is wiskundelerares aan een collège (13-15 jaar) , ze is ook Erasmusstudente geweest in Birmingham en hij (Julien ) is formateur voor volwassenen in verschillende bedrijven. Later komt één van hun vrienden, François, Master Histoire des sciences de l’art erbij: hij werkt als assistent maître-priseur in een Sotheby’s-achtig bedrijf. Elk jaar trekken ze één week of 10 dagen uit om een stukje op een Camino te doen. Ze stappen en als ze moe zijn, nemen ze openbaar vervoer of liften ze zelf een deel zoals ze ook vandaag hebben gedaan.
Het pelgrimshuis in Vendargues . deslaapzaal (l), de eetzaal / keuken (m) en Sylvia en Julien (r)
Iedereen rust wat terwijl er een zware onweersbui over de streek raast en tonnen water naar benden laat regenen. Emmanuël de bioloog spreekt me aan over mijn pancartes op mijn fiets: hij heeft 30 jaar geleden een broer, David, die toen 16 j was verloren in een fietsongeval. Zijn ouders en de andere kinderen herbeleven dit nog altijd . Om 18 uur biedt de gastheer een aperitief aan en het wordt een gezellige babbel over alles en nog wat. Daarna maken we een avondmaal: een lekkere omelet met de eieren van de kippen van de bioloog. Het koppel heeft een meloen gekocht en er is yoghourt in de frigo voor dessert. Samen wordt de vaat gedaan en dan rond 20.30 u gaat iedereen slapen. Ontmoetingen op de Camino kunnen ontzettend verrijkend zijn . Deze jonge mensen zijn alleen op stap voor de uitdaging om een week anders te leven . Binnen enkele dagen gaan ze met de trein terug naar hun woonplaats om het volgend jaar opneiuw te doen.
Emmanuel, de gastheer. De slaapkamer met mijn slaapplaats; living en salon in het pelgrimshuis
Comments