top of page

DAG 25, 23/04/2025: van CAÑAVERAL tot PLACENSIA

Om 6 uur staan verschillende mensen van onze kamer op en beginnen  hun rugzakken klaar te maken, om rond 7 uur te kunnen vertrekken. Ze doen tussen 20, 25 à 30 km per dag te voet. Vaak stappen mensen met twee of ook alleen; zelden grote groepen. Iedereen heeft zijn eigen ritme. Veel stappers kennen elkaar omdat ze elkaar in dezelfde albergues terugzien samen langs de Via de la Plata of een andere Camino. Dan  drinken ze of eten ze samen. Er worden natuurlijk ook wilde verhalen verteld over onverwachte gebeurtenissen.

Sommigen doen meer kilometers per dag zoals de Spanjaard José  in onze kamer die me vertelde dat hij gisteren 39 km stapte en vandaag hoopt er 49 te doen. Niet allen gaan tot Santiago; de meesten doen een deel van de Via de la Plata zoals Marielle die van Merida tot Salamanca stapt en dan terug naar Nancy gaat met openbaar vervoer.  De Zuid-Koreaan doet 20 à 25 km per dag en hoopt altijd een slaapplaats te vinden.  De Zuid-Koreaanse die boven mij sliep heb ik 4 x moeten terug roepen in de kamer want ze was van alles vergeten tot haar wandelstokken toe. Dat merkte ik terwijl ik mijn persoonlijk materiaal aan het opbergen was. Telkens boog ze beleefd om me te bedanken.


Pelgrims van overal: Yves met Laura (l.) en Nicole (r.) beide USA, en met Alex (Es) en Max (DE)


Een albergue zoals die van Cañaveral is het hele jaar open, zegt de baas, zelfs in de winter; volgende week heeft hij 30 studenten die stappen. Het is geen Donativo; je betaalt bij aankomst of bij reservatie; hier is dat 18 euro per persoon. Bij sommige albergues kan men niet reserveren en is het first come first served. Camino’s doen zit Spanjaarden in het bloed, maar ook vele anderen vinden het een fijne manier van vakantie nemen en vooral dicht bij de natuur te zijn.  Hier zijn we vandaag met Spanjaarden, één Italiaan, één uit Colorado USA, drie Fransen, 2 Nederlanders, 2 uit Duitsland, 2 Zuid-Koreanen en ikzelf als enige Belg. Vanaf maart en april zijn er hier relatief wat pelgrim en daarna neemt dat fel af, want het is te warm op de Mozarabe en de Via de la Plata.  De pelgrims komen terug in september en oktober op deze twee Camino’s.


Het wordt opnieuw een makkelijke dag, lichtje op en neer gewoon langs de de N 630 waar geen enkel verkeer op is. Tussen Cañaveral en  Plasencia zijn er geen dorpen langs de weg, je kunt dus best geen problemen hebben.  Links en rechts van de weg zijn hoge heuvels. In feite ligt alles in deze vallei. In mijn geval zie ik links de A-weg lopen en rechts de nieuwe TGV spoorlijn die hier onlangs werd aangelegd. De oude pelgrimsweg loopt soms gedeeltelijk langs de weg en soms de heuvels in. Er zijn ook pelgrims die gewoon langs de N 630 stappen . De meeste fietsers volgen de N 630 denk ik, omdat het op dit ogenblik moeilijk is sommige delen te fietsen langs de wandelroute.


Plasencia; de stadswallen, de stadspoort en de kathedraal


Ik bereik na twee en een half uur mijn bestemming de stad Plasencia die ik boven op de heuvel zie liggen met helemaal boven een mooie kathedraal, een mooie oude ingangspoort en de oude stadswallen, nog grotendeels intact. Oma heeft voor mij het kleine hostal Gyuesco gevonden op 300 meter van de kathedraal vlak tegen de Plaza Mayor of de grote markt, het levende hart van vele Spaanse steden. Ik mag pas om 14 inchecken en ga onmiddellijk de mooie kathedraal bezoeken: echt de moeite met o.a. prachtige mozaïeken en natuurlijk veel barokke altaren met veel bladgoud. Ik eet mijn lunchpakketje op in de schaduw bij de kathedraal,  daar hou ik van.


Plasencia: het stergewelf van de kathedraal, een mooi deel van de stadswallen, plateresco gevel van de kathedraal


 Na mijn bezoek ga ik inchecken. Ik mag mijn fiets op de 1ste verdieping zetten maar hij is te groot en te zwaar. Geen probleem; het hotel betaalt me een plaat in een ondergrondse parking vlakbij. Aan de receptie ontmoet ik een Nederlander, Niek Blonk, 74 en weduwnaar. Hij komt hier geregeld in de streek wat tijd doorbrengen en kent de stad goed. Hij stelt prompt voor om mij de stad te tonen en eveneens waar de Via Verde begint, waar ik morgen op moet om naar Jarilla en de Ciudad Romana van Caparra te rijden.


Plasencia; Niek Blonk, het huis van de deken en de aquaduct


Het wordt een gezellige namiddag door de kleine straatjes; eerst naar de Via Verde langs de  San Nicolas kerk en de de Covento S Vicente Ferrer , een klooster dat nu omgebouwd is tot een prachtig luxehotel, een Parador.  Het is altijd goed om aan gerestaureerd erfgoed een bestemming te geven zodat  het zeer goed bewaard kan blijven. Niek brengt mij ook naar een mooi deel van de stadswallen en naar de aquaduct die de stad van water voorzag.

Later loop ik na het schrijven van mijn blogs  nog naar de Magdalena kerk waar nu een centrum is voor lokale keramiekkunst. Ik ga ook nog eens naar het Ayuntamento kijken. Het is dan 19u en de stad bruist opnieuw van leven en volk want tussen 14 en 17 uur is het vaak heel rustig en zelfs stil.  Ik eet de rest van wat pasta's op die ik gisteren klaar maakte met een extra stukje kaas en chorizo en een pintje. Om 21 u lig ik te slapen…


Plasencia: Magdalenakerk met keramiekkunst en de Ayuntamenta

Comments


© 2022 Rinus-Pinifonds

  • Facebook
  • Instagram
bottom of page