top of page

Dag 17 en 18: 24 en 25 mei 2022 : Over Sorges naar Périgueux

Foto van schrijver: Yves BeernaertYves Beernaert

Bijgewerkt op: 30 dec 2022

Vandaag gaat het door de Périgord naar Périgueux. We genieten van een lekker ontbijt met door de gastvrouw gemaakte confituren van druiven (uitstekend bij natuuryohourt), pruimen, kweeperen en natuurlijk kastanje pasta. Terwijl we ontbijten brengt Brigitte, de dame die de gîte Le Canard Enchanté openhoudt en ook nog wat aan landbouw doet, nog warme confituur van wilde aardbeien die ze aan het maken is. Daarna neem ik afscheid van de andere gasten. De Toulousains gaan verder werken aan hun watermolen. De Parisiens van les Yvelines rijden in één trek naar huis: als ze de stal ruiken willen ze thuis zijn. De Toulousains zeggen nog dat een watermolen restaureren en doen draaien een hele klus is, want je moet (volgens de wet) maken dat de vis terug stroomopwaarts kan zwemmen en nu is alles dichtgeslibd, dus gaan ze vandaag de riviergeul verder open maken. Je mag trouwens ook geen elektriciteit produceren zonder vergunning. Problemen genoeg, en veel papieren in te vullen zoals gebruikelijk in Frankrijk het land van Egalité, Fraternité, Liberté maar niet van simplicité, maar ze zien het zitten. Met de veel en nietszeggende boodschap “ Bon courage et bonne continuation” neem ik van hen afscheid.


Ik rij even langs het kasteeltje boven op het dorp waar mijn bewaarengelen nog maar juist wakker zijn. We volgen wel, zeggen ze spottend, we halen je wel in want wij hebben geen bagage bij. Ze nemen ook om beurten Rientje op hun rug als die niet mee kan met zijn korte vleugeltjes. een fijne troep...


Het kerkje van Sorges (l) , het Kasteel van Saint-Yori-las-Bloux, (m) en de halle aux truffes in Sorges (r) of truffelmarkt

We zij ondertussen in de Dordogne, een van de départementen van la Nouwelle-Aquitaine, met als hoofdplaats Bordeaux: een zeer groene streek, nog altijd kastanjes, maar nu ook veel notelaars, tarwe, maïs en de zeer zeldzame en waardevolle dure (zwarte) truffels. Het is een heuvelachtig landschap met gemiddelde heuvels maar toch moet ik er aardig trappen, zelfs met mijn hulpmotor. Na 15 km ben ik al in Sorges. Je kan er niet naast kijken: op alles staat het woord Truffe: Hotel de la Truffe, Restaurant la Truffière, Epicier truffier, Halle aux truffes, waar ze verhandeld worden enz. In de kleine winkeltjes vindt je alle mogelijke producten met truffel in: confituur, boter , mayonaise, olie, chips, pâté, omelet, zout, mosterd, kaas, ketchup, terine, worst enz .;alles met truffel enz.


De truffel is een zwam die onder de grond groeit en wordt opgespoord met honden of varkens die daarvoor speciaal worden opgeleid. De gronden waar ze worden gevonden, worden zo veel mogelijk geheim gehouden en goed bewaakt. In de Périgord (en in Frankrijk het algemeen) heb je alleen zwarte truffels. Uitzonderlijk vindt men in de Drôme soms witte truffels die vooral in Italië voorkomen De prijs van de zwarte truffel varieert, gemiddeld zit die de laatste jaren rond de 1000 euro per kilo; het beste jaar was het 1200 euro per kg. De witte Italiaanse truffel is 4 à 5 keer duurder dan de zwarte. Men gebruikt de truffel in alles, zelfs in eenvoudige recepten zoals een omelet met truffelschilfers en sausen met truffelsmaak.


Dat er met de truffel veel geld te verdienen is zie je ook aan het dorpje Sorges dat zeer goed onderhouden is, zowel de huizen als de gemeentelijke infrastructuur. Bedrijven dienen aan de gemeente een belasting te betalen en dat zie je bijv. aan de staat van het kerkje St Germain d’Auxerre waarlangs de weg naar Santiago loopt. Achter het kerkje is er dan ook een kleine refugio met enkele slaapplaatsen. De lieve mevrouw die hem runt zet graag de stempel in mijn credential en wenst me “Bon chemin de Saint Jacques”. In zo een kleine refugio is op tijd aankomen de boodschap om er een plaatsje te bemachtigen.


Moderne kruisgang: Christus valt onder zijn kruis (l) ,Westelijke gevel (m) en binnenkant van de Saint Germain d'Auxerre, kerk van Sorges (r)


De kerk is van romaanse oorsprong (12de-eeuws schip), met klokkentoren boven de koepelvormige voorgevel en rechthoekig koor. Op de westelijke gevel heeft men zowel een romaanse als een renaissance ingang naast elkaar. De gotische voorgevel is links versierd met een 16de-eeuws renaissanceportaal in de vorm van het handvat van een mand (anse de panier), aan de zijkanten versierd met engelen die op bazuinen blazen. Mijn drie engelbewaarders vinden ze hemels mooi! Binnen wordt men getroffen door de serene prachtige soberheid en door de kwaliteit van de restauratie. In 1968 werden tijdens werken een funéraire (zwarte) liter of band met de wapenschilden van de families van Saint - Aulaire en d'Allègre ontdekt onder een laag pleisterwerk ter hoogte van onderkant van de bogen. Er werd enkele jaren geleden een mooie nieuwe moderne kruisweg in fijn metaal aangebracht in de kerk. Ook een nieuw orgel werd geplaatst, gefinancierd door particuliere donoren.


In de zuidelijke muur van de klokkentoren is een trap die toegang geeft tot de klokkenkamer die dienst deed als verdedigingsruimte als het dorpje werd aangevallen. De lokale bewoners konden er schuilen en zich verdedigen. Op het gewelf van het koor was waarschijnlijk ook een verdedigingsruimte. In gebieden waar vele oorlogen voorkwamen bouwde men vaak de kerken om tot versterkte kerken wanneer er geen burchten of kastelen in de nabijheid waren. Men vindt daarvan vele voorbeelden in het Noordoosten van Frankrijk, in de Thiérache, waar er een 150 km lange Circuit des Eglises fortifiées werd gemaakt. Men kan er, van west naar oost, een hele reeks kleine versterkte kerken bezoeken tussen Maubeuge en Charles-ville-Mézières. Een prachtige wandel- en fietsroute vlak bij België.


Toch nog één opmerking: het is het eerste kerkje op de via Lemovicensis waar ook aandacht gegeven wordt aan de pedagogische kant van een bezoek: aan de ingang kan je er met een druk op een knop alle mooie dingen belichten; door op een andere knop te drukken krijg je op 5 minuten tijd een overzicht van het kerkje, met mooie muziek op de achtergrond. Ik heb die informatie opgenomen en opgestuurd naar Magda en mijn schoonzus Hilde.


Van Sorges fiets ik echt opgewekt naar Périgueux, een 30 tal kilometer verder. Onderweg naar Cornille zie je mooie typische huizen van de Périgord.: rode daken met platte pannen ook soms grijs als men leisteengebruiken, warme gele bruine, okerkleurige kleine stenen en op de hoeken zware mooi gekapte blokken , houten luifels en luiken. Langs het bos van Lamary wandel of fiets je na 25 km heuvels geleidelijk naar beneden richting Périgueux. Van ver herken je de stad aan de kathedraal Saint Front met zijn oosters uiterlijk en met de vele koepels en torentjes.


Ik blijf hier twee dagen zodat ik terug even op adem kan komen. Magda heeft gezorgd voor een gezellige gite du Puy Saint Front in de oude stadskern, rue de la Nation (eerder ruelle), op honderd meter van de kathedraal. Uitstekend gelegen in een zeer oud huis gebouwd uit zware zandstenen en knus en eenvoudig ingericht. De sleutel zit verstopt op en plaats die alle buren kennen... De fiets kan er in een fietsenstalling staan en je kan ze zelfs in de ruime gîte zitten om rustig op te laden.


Périgueux is een stad van 30.000 inwoners die elk jaar inwoners verliest. De naam komt van Petrocorii, een latinisering van Keltische woorden die "de vier stammen" betekenen. De stad heeft een Gallo-Romeins verleden en heette toen Vesuna. Een overblijfsel daarvan is de tempel van de beschermgodin, Vesuna, aan de rand van de stad.


Périgueux: De romeinse tempel van Vesuna (l), de kathedraal Saint Front (m) met de vele koepels en torentjes, en mijn gezellige gîte urbain "Le Puy St Front "(r)


De kathedraal heeft de vorm van een Grieks kruis met gelijke armen. Men is het oneens over de periode waarin ze werd gebouwd: tussen 984 en 1047 of tussen 1120 en 1173. De 5 koepels met torentjes doen denken aan oosterse religieuze gebouwen. De 19de-eeuwse architect, Paul Abadie, wijzigde de kerk grondig: de koepels werden herbouwd om alle 5 dezelfde grootte te hebben. Ze werden aangepast aan de 19de -eeuwse smaak…Volgens sommigen is het een kopie van San Marco in Venetië, volgens anderen van de kerk van de Heilige Apostelen in Istanboel. Wat betreft betreft...de kathedraal is zeer mooi en heeft een uniek uiterlijk als je ze vergelijkt met andere.


In een 1ste stadskern bouwde men in de 6de eeuw een kapel op het "graf" van Saint Front, de 1ste bisschop van Périgueux uit de 3de eeuw. Het werd natuurlijk een bedevaartsoord. Een grotere kerk was klaar in 1173 en ze werd kathedraal in 1669 in de plaats van de Saint Etienne kerk. In 1561 vernielden de Protestanten tijdens de godsdienstoorlogen het graf en gooiden de relieken in de rivier omdat men er geen losgeld voor wilde betalen .

Een 2de kern bloeide op in de 13de eeuw en werd ommuurd en versterkt met 28 torens en 12 poorten. Een van de torens, de Tour Mataguerre, staat er nu nog.


In 1240 werden de twee kernen van Périgueux samengevoegd. Uit de 14e-17e eeuw dateren veel oude huizen in de binnenstad, met name veel gebouwen uit de renaissance. In de 18e eeuw begon de expansie van Périgueux buiten de muren. De Maison Tenant is het mooiste renaissance huis van de stad.


De kathedraal Saint Front: de binnenkant (l) een deel van de preekstoel met Samson die de leeuw (het kwaad) verslaat (m) en de kloostergang (r)


De oude kerk is het gedeelte bij de westelijke koepel. Het bestaat uit een Merovingische (6de eeuw?)en een tweede Karolingische 9de-eeuwse constructie. Weinig kerkmeubilair heeft de tijd overleefd. Een zwarte houten preekstoel (met evangelisten: het goede) wordt gedragen door Samson die een leeuw (het kwaad) verplettert. De 5 luchters dienden voor de kroning van Napoleon III; de grootste stelt het hemelse Jeruzalem voor. III was eerst president (rond 1850)en dan keizer van Frankrijk tot 1870. De oude kapitelen werden (spijtig genoeg) verwijderd in de 19de eeuw want ze vielen niet langer in de smaak. Twee zijn bewaard gebleven.

De grote klokkentoren wordt ondersteund door steunberen om zijn gewicht te dragen. Alle kleine clochetons of torentjes werden er in de 19de eeuw aan toegevoegd.


De kloostergang heeft 4 vier galerijen die plaatsen boden om te lezen of te onderwijzen. De Noordgalerij is een allegorie van duisternis en hel. Het noorden van kerken wordt vaak met de duisternis, en de hel geassocieerd omdat de zon er nooit komt. De Zuidgalerij die op Jeruzalem is georiënteerd (en de kant van het volle licht is) stelt het leven en de verrijzenis voor. De Oostgalerij is waar de zon opgaat en verwijst naar waar Jezus geboren is en de Westgalerij symboliseert de verzaking aan de wereld. Om de hemel te verdienen moet je aan de aardse dingen verzaken. Meestal is dat ook de kant van het laatste oordeel en natuurlijk de zonsondergang. Vroeger kwamen de monniken de tuin zelf niet binnen omdat deze een afbeelding van het paradijs is. De kapittelzaal waar de monastieke democratie gestalte kreeg, op basis van de regel van de H. Benedictus (6de eeuw) waaruit enkel dag een kapittel of hoofdstuk werd gelezen, werd herbouwd in de 19de eeuw.


De église Saint Etienne-de-la-Cité werd gebouwd door Bisschop Chronope II begin van de 6de eeuw, als eerste kerk in Périgueux . Ze was de kathedraal tot in 1669 maar werd zwaar beschadigd door de Protestantse Hugenoten in de 16de eeuw. Tijdens de Fronde, een soort burgeroorlog in de 17de-eeuw, werd de kerk opnieuw gedeeltelijk beschadigd. De Fronde (1648-1653) bestond uit twee delen de Fronde parlementaire tegen de zware belastingen en la Fronde des princes tegen Mazarin (1ste minister / kardinaal en opvolger van Richelieu) en zijn beleid. Na restauratie is ze terug een aantrekkelijke kerk met een typische koepel.


De Saint Etienne kerk (l) , typische producten op de markt (m) en de Maison tenant (r)


Périgueux is een gezellige stad waar je alle lekkere dingen vindt die typisch zijn voor de Périgord: de truffel en andere champignons, gerechten op basis van eend, in het bijzonder de foie gras (zeg geen kwaad woord over dit product in de Périgord.. daar hebben ze van dierenwelzijn nog niet gehoord!), taarten met noten en notenbrood. De foto’s van de markt op woensdag getuigen daarvan. Terloops, één van mijn lievelingsgerechten is de cou de canard farci au foie gras of eendenhals gevuld met foie gras. De wijnen van Bergerac vlakbij , de Moelleux of zoete wijn in het bijzonder, zijn een aanrader net zoals de Armagnac om sausen mee te bereiden. Je hebt hier alles om te leven zoals God in Frankrijk.


Mijn drie engelbewaarders hoorde ik niet meer vanaf mijn bezoek aan de kathedraal Saint Front waar een bisschop ligt met mooie engelen rond hem. Ze zijn daar blijven plakken. Die drie hebben echt iets met engelen.








 
 
 

Comments


© 2022 Rinus-Pinifonds

  • Facebook
  • Instagram
bottom of page